De Vlaamse Regering hervormt de kmo-portefeuille. Het instrument wordt ten eerste inhoudelijk gerichter ingezet, door het toepassingsgebied te beperken tot een brede, maar limitatieve lijst toekomstgerichte thema’s. Ten tweede wordt een kwaliteitskamer ingericht om de controle op de kwaliteit van de gesubsidieerde dienstverlening te versterken.

Toespitsing op toekomstgerichte thema’s 

Het toepassingsgebied van de kmo-portefeuille wordt beperkt tot een aantal in aanmerking komende thema’s. Enkel opleidingen en adviezen die betrekking hebben op minstens één van deze thema’s worden gesubsidieerd. De thema’s worden bepaald aan de hand van beleidsprioriteiten. Volgende thema’s worden voorzien: 

  • bedrijfsstrategie: het bepalen van de koers en structuur van een onderneming om haar strategische bedrijfsdoelstellingen (zoals bv. kwaliteitszorg) te bereiken; 
  • beroepsspecifieke competenties: de theoretische of praktische kennis en vaardigheden die in een bepaald vaktechnisch gebied nodig zijn om de kerntaken van een functie of beroep uit te oefenen; 
  • digitalisering: het gebruik van digitale technologieën, innovaties en data die leiden tot nieuwe activiteiten of wijzigingen in bestaande activiteiten op het vlak van hardware, software en online toepassingen en cybersecurity; 
  • duurzaamheid: een economisch systeem dat leidt tot een efficiënter gebruik van grondstoffen, onderdelen en producten met respect voor milieu en maatschappij; 
  • financiële geletterdheid: financiële en boekhoudkundige kennis die nodig is om een onderneming succesvol te beheren; 
  • innovatie: het invoeren van nieuwe technieken of inzichten als antwoord op een specifieke technologische kennisvraag over een product, proces of dienst; 
  • internationalisering: het beleid om het internationaal ondernemen van Vlaamse ondernemingen te stimuleren, te ondersteunen en te bevorderen; 
  • personeelsmanagement: het personeelsbeleid van een onderneming om een doelmatige en functionerende arbeidsorganisatie te verwezenlijken, gericht op de algemene werking van de kleine of middelgrote onderneming, en met betrekking tot minstens één van de volgende onderwerpen: 
    • arbeidsorganisatie en bedrijfsprocessen; 
    • competentiebeleid; 
    • diversiteit- en non-discriminatiebeleid; 
    • evaluatie- en functioneringsbeleid; 
    • personeelsplanning; 
    • sociale wetgeving. 

Lees verder op de site van VLAIO